Zelf kiemgroenten kweken – zo makkelijk is het!

Kiemgroenten shinen altijd prachtig op broodjes en in salades. Daarnaast zijn kiemgroenten ook nog super gezond. Een echte superfood! Hoe je zelf kiemgroenten kweekt en wat je er mee kan doen, leg ik je graag uit!

Soorten kiemgroenten

(biologische)Kiemgroenten zitten boordevol vitamines en mineralen. Je moet je voorstellen dat uit een kiemgroente een hele plant zou moeten groeien. Al die vitamines zitten al in dat kleine kiempje. Je kan wel stellen dat het dus echte vitamine bommetjes zijn en ze mogen gerust superfoods worden genoemd. Er zijn heel veel soorten biologische kiemzaden. Allemaal met hun eigen bijzondere smaak en gezondheidsvoordeel. Ik som er tien voor je op:

– Broccolikiem
– Preikiemen
– Haverkiemen
– Alfalfa
– Mosterdkiemen
– Taugékiemen
– Uienkiemen
– Peulvruchtkiemen
– Radijskiemen
– Zonnebloemspruiten

Alle kiemen smaken anders. De ene heeft een zachte smaak terwijl de ander juist heel pittig kan zijn. Iedere kiemsoort heeft zijn eigen voordelen. Alfalfa bezit bijvoorbeeld 14 verschillende aminozuren. Daarnaast bevatten de alfalfa kiemen vitamine B1, B2, B3, B6, B17, C, D, E, K en U. De website Mens & Gezondheid schreef een heel artikel over de fantastische kwaliteiten van alfalfa. Dat artikel vind je hier: De geneeskracht van Alfalfa.

 

Benodigdheden om zelf kiemgroenten te kweken

Zelf kiemgroenten kweken is echt the easiest thing ever. Om kiemgroenten te kweken heb je maar vier dingen nodig. Een kiemschaaltje, kiemzaden, zonlicht en vers kraanwater. Makkelijker kan het niet hè? De kiemzaden die ik gebruik kocht ik bij Dille en Kamille. Ook het kiemschaaltje komt daar vandaan. Heb je geen Dille en Kamille in de buurt? Er zijn veel webshops die dezelfde schaaltjes verkopen. Google is your friend. Je bent natuurlijk vrij om te kiezen welke kiemzaden je koopt, maar ik adviseer je wel om te gaan voor biologische kiemzaden. Deze zijn onbewerkt, beter voor je gezondheid en op de wandelgangen hoorde ik dat ze ook sterker zijn en dus gemakkelijker groeien.

Vul je kiemschaaltje met water tot de rand waarin het rooster komt te liggen. Leg vervolgens het rooster in het kiemschaaltje en check of het waterpeil op orde is. Het water moet het rooster net raken. Strooi voorzichtig een handjevol kiemzaden op het rooster. Zorg ervoor dat de kiemzaden niet op elkaar liggen. Is dat toch gebeurd? Met een satéprikker kun je ze voorzichtig van elkaar af schuiven.

 

 

Hoe onderhoud je je kiemgroenten en wanneer kun je ze eten?

Om je kiemen goed te laten groeien is maar weinig nodig. Zet ze in op een zonnig plekje in huis en ververs het water iedere dag. Met een mes til ik het roostertje eruit en leg ik de kiemen aan de kant. Het schaaltje leeg ik, spoel ik om en vul ik weer met vers water. Voorzichtig leg ik het roostertje er weer op en zo kunnen de kiemen er weer een dag tegenaan.

Zodra je kiemgroenten ongeveer 5 centimeter hoog zijn, kun je ze afknippen. De wortelen kun je in het rooster laten zitten want als de kiemen eenmaal zijn afgeknipt, groeien ze daarna nog één keer opnieuw. De afgeknipte kiemgroenten bewaar je in een afgesloten bakje in de koelkast. Je kunt ze vanaf de knipdatum nog ongeveer een week consumeren. Is de tweede oogst klaar? Knip ze dan opnieuw af en trek via de onderkant de wortels uit het rooster. Wil je meer of andere kiemen kweken? Volg het hele proces dan opnieuw.

Kiemgroenten zijn heerlijk op een broodje met bijvoorbeeld hummus, door een gezonde salade, een goed gevulde wrap, als garnering op een soep of op een heerlijk broodje met een veganburger. Ze zouden ook niet misstaan op deze heerlijke quacamole. Zelf gooi ik de kiemgroenten eigenlijk overal doorheen. Vooral ook omdat ze iedere maaltijd een extra vitamine shot geven. Maar ook omdat je ze maar een week kan bewaren en ik het zonde vind als ik ze weg zou moeten gooien.

Heb jij al eens kiemgroenten gekweekt? Of ben je van plan dat te gaan doen?